Flenskoppelingen worden gebruikt om permanente verbindingen te maken, vanwege het feit dat deze minder snel te (ont-)koppelen zijn.
DIN normen en bijvoorbeeld EN of ASTM normen bepalen de maatvoering van uw flenskoppeling, zoals de binnen- en buitenmaat, steekmaat en het boutgatenpatroon.
Er zijn veel verschillende types flenskoppelingen. Denk hierbij aan:
Overschuifflens
Een overschuifflens wordt over de pijp of slangkoppeling geschoven. Doordat het andere flensdeel meestal niet beweegbaar is, kun je met een overschuifflens de slang gemakkelijk en torsievrij monteren.
Blindflens
Dit is een flens zonder boring in het midden. Blindflenzen worden gebruikt om een andere flenskoppeling, al dan niet tijdelijk, af te sluiten. De blindflens bevat enkel bevestigingsgaten aan de buitenzijde, zodat deze met bouten gemonteerd kan worden op een andere flenskoppeling.
Voorlasflens
Dit is een flens, vergelijkbaar met een overschuifflens. Echter, heeft een voorlasflens aan 1 zijde een conisch gedeelte, waar een pijp ingestoken kan worden, welke vervolgens aan elkaar te lassen is. Met een voorlasflens kun je dus een vaste flensverbinding maken aan een vaste pijp.
Draadflens
Een draadflens is een vlakke flens, voorzien van een schroefdraad, meestal binnendraad. Dit is natuurlijk een makkelijkere montage dan lassen, maar heeft ook zijn limieten betreffende werkdruk.